Kaartlagen

📘

Layers

Alle instellingen rondom visualisatie en presentatie van de datasets is terug te vinden op het niveau van Layers. Hierbij kan gedacht worden aan welke kleur objecten op de kaart moeten krijgen, of er geklikt mag worden op objecten en hoe deze popups worden weergegeven.

Als beheerder van een GeoApps-omgeving is het handig om te weten hoe de verschillende functies rondom kaartlagen functioneren, daarbij is het ook van belang het verschil tussen WMS en WFS te weten. Onderstaand vind je een overzicht van alle handleidingen rondom het instellen van datasets en een toelichting over WMS en WFS.

Toelichting WMS en WFS

Bij het publiceren van een kaartlaag vanuit een dataset kan er gekozen worden voor een WMS of WFS. Er wordt geadviseerd om standaard voor een WMS te kiezen t.b.v. performance. Kies in principe alleen voor een WFS bij:

• Clustering
• Groeperen van Labels
• Gebruik van diverse tekenacties

WMS - Een Web Map Service maakt een service van de kaartlaag en stelt deze beschikbaar als afbeelding. Bij het inladen van een WMS worden dus vooraf gerenderde afbeeldingen (met de door de beheerder aangemaakte symbologie) ingeladen. Een WMS is een goede service voor wanneer je data op een vlotte wijze wilt inladen en geen verdere bewerkingen op de data wilt doen.

WFS - Een Web Feature Service is een protocol waarmee je data kunt opvragen, aanleveren, bewerken en analyseren. Hierbij worden alle objecten in een kaartlaag als vector ingeladen. Deze service is daarmee uitermate geschikt om zelf de data te visualiseren, downloaden en analyseren.

Onderstaand vind je een overzicht van alle handleidingen rondom het aanmaken en instellen van een kaartlaag.

Action links

Met Action Links kan een pop-up van een kaartlaag worden uitgebreid met snelkoppelingen. Op deze manier kan er dus een link als nette verwijzing getoond worden als pop-up bij het selecteren van het object. Zie hiervoor de handleiding Action Links.

Basiskaartlagen

Met Basiskaartlagen kunnen verschillende ondergronden aan de kaart toegevoegd worden. Een basiskaartlaag is altijd nodig voor een kaart. Door er meerdere toe te voegen kan de kaart nog beter geraadpleegd worden. Zie hiervoor de handleiding Basiskaartlagen.

Collections

Met een Collection kunnen kaartlagen samengevoegd worden tot één geheel, waardoor de kaartlagen eenvoudig als geheel toegevoegd kunnen worden aan andere kaarten. Zie hiervoor de handleiding Collections.

Definition Query

Met een Definition Query kan een filter op een kaartlaag gezet worden om alleen bepaalde gegevens te tonen in de viewer. Dit is handig indien de objecten die hier buiten vallen niet in de viewer getoond moeten worden, bijvoorbeeld wanneer je een dataset hebt met alle buurten in Nederland, waarvan er slechts een klein aantal getoond hoeft te worden. Zie hiervoor de handleiding Definition Query.

Filters

Met een Filter kunnen objecten uit een kaartlaag in de viewer worden gefilterd op basis van attribuutwaardes. Dit is handig indien alle objecten getoond dienen te worden in de viewer, maar er wel gefilterd moet kunnen worden, bijvoorbeeld op basis van bouwjaren. Deze filters dienen wel eerst te worden ingesteld in de beheeromgeving. Zie hiervoor de handleiding Filters.

Overigens is het ook mogelijk om op basis van de Symbology Classes te filteren. Door de Symbology Class in de Viewer via de legenda te selecteren, wordt er een filter toegepast zodat alleen objecten die hier binnen vallen worden getoond. Zie hiervoor de handleiding Snelfilters.

Layer Services

Met de functie Layer Services kunnen kaartlagen uit GeoApps gepubliceerd worden als service waardoor deze in andere WebGIS of Destkop GIS-applicaties te gebruiken zijn. Hiermee kun je data ook delen met collega's of andere klant en in andere applicaties.

Layersets

Met een Layerset kan een set gemaakt worden van kaartlagen. Dit is handig bij kaartlagen die als het ware bij elkaar horen, bijvoorbeeld een kaartlaag met een luchtfoto en een kaartlaag met labels voor plaats- en straatnamen. Zie hiervoor de handleiding Layersets.