Bewerkmodus

Bewerken vanuit de Viewer

📘

Bewerkmodus

De bewerkmodus maakt het bewerken van de kaart vanuit de Viewer mogelijk. In de bewerkmodus kunnen Shapefile- en DXF-bestanden worden geüpload, en de legenda en Views worden aangepast. Verder is het mogelijk de symbologie van kaartlagen aan te passen, zie hiervoor de uitleg Symbologie aanpassen.

Start de bewerkmodus via Instellingen > Bewerk kaart

1579

Figuur 1 - Starten van de bewerkmodus.

De bewerkmodus is gestart.

1622

Figuur 2 - Gebruiken van de bewerkmodus.

De bewerkmodus bestaat uit de volgende opties:

  1. Klik hier om bestanden te uploaden. Er verschijnt een overlay. Sleep de bestanden naar de kaart of klik op de overlay om de bestanden te selecteren in de verkenner. In de huidige versie is het mogelijk om Shapefiles en DXF-bestanden te uploaden. Na het kiezen van de bestanden worden deze geüpload, de voortgang is rechtsonder zichtbaar. Na het het succesvol uploaden wordt de kaartlaag toegevoegd aan de legenda.

  2. Klik op de drie puntjes en vervolgens op 'Zet alle kaartlagen uit' om alle kaartlagen uit te schakelen.

  3. In de legenda kan de volgorde van de kaartlagen en folders worden bewerkt. Klik op de 6 puntjes en houd de linkermuisknop ingedrukt, kaartlagen en folders kunnen nu worden versleept.

  4. Klik op de drie puntjes naast een kaartlaag of folder om de instellingen aan te passen. Via de instellingen kunnen de Views (zichtbaarheid en transparantie) en Symbology worden aangepast (op GeoApps Hosted Datasets) en kan de naam van een kaartlaag gewijzigd worden. Tevens kan de Block Editor hier geopend worden. Voor verdere uitleg over het aanpassen van de Symbology, zie de handleiding Symbologie aanpassen. Voor verdere uitleg over de Block Editor, zie de handleiding Block Editor.

  5. Klik op 'Opslaan' om de wijzigingen op te slaan.

  6. Klik in het paneel 'Instellingen' op 'Kaart bewerken stoppen' om de bewerkmodus af te sluiten.